Algemene douanewet
Artikel 7 2
Met het oog op de in de douanewetgeving voorziene zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld kunnen bij regeling van Onze Minister van Financiën bepalingen worden vastgesteld ter zake van:
a
zekerheidstelling door storting van contant geld dan wel hetgeen daarmede gelijk is gesteld;
b
andere wijzen van zekerheidstelling dan door storting van contant geld of door borgstelling.
Artikel 7 2
1
Met het oog op de in de douanewetgeving voorziene zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld kunnen bij regeling van Onze Minister van Financiën bepalingen worden vastgesteld ter zake van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan teneinde als borg te worden erkend.
2
Bij de regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen specifieke verplichtingen worden vastgesteld welke een erkende borg moet naleven.
Afdeling 7.2. Ontstaan van de douaneschuld
Artikel 7 4
Onder de naam ?rechten bij invoer? en ?rechten bij uitvoer? worden belastingen geheven ter zake van de invoer respectievelijk de uitvoer van goederen overeenkomstig hetgeen dienaangaande is bepaald bij of krachtens het Koninkrijk verbindende verdragen en in al hun onderdelen verbindende besluiten van bij zodanige verdragen opgerichte volkenrechtelijke organisaties.
Artikel 7 4
Wanneer een douaneaangifte voor het plaatsen van goederen onder de douaneregeling
? in het vrije verkeer brengen of
? tijdelijke invoer is opgesteld op basis van gegevens die ertoe leiden dat de wettelijk verschuldigde rechten geheel of gedeeltelijk niet worden geheven zijn de personen die deze voor de opstelling van de aangifte benodigde gegevens onmiddellijk of middellijk hebben verstrekt, terwijl zij wisten of redelijkerwijze hadden moeten weten dat die gegevens verkeerd waren eveneens schuldenaar.
Afdeling 7.3. Invordering van het bedrag van de douaneschuld en toepassing handelspolitieke maatregelen
Paragraaf 7.3.1. Boeking en mededeling
Artikel 7 9
1
Wanneer de douaneschuld is ontstaan ingevolge een handeling die, indien deze in Nederland zou zijn verricht, strafrechtelijk vervolgbaar was, kan de toezending van het aanslagbiljet geschieden binnen vijf jaren nadat de douaneschuld is ontstaan.
2
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van personen wier handelen of nalaten niet was gericht op ontduiking van de rechten bij invoer.
a
het bedrag van de terugbetaling dan wel kwijtschelding;
b
het bedrag van de verschuldigde compensatierente dan wel compenserende rente;
c
het bedrag van de verschuldigde kosten;
Artikel 7 9
1
Wanneer de douaneschuld is ontstaan ingevolge een handeling die, indien deze in Nederland zou zijn verricht, strafrechtelijk vervolgbaar was, kan de toezending van het aanslagbiljet geschieden binnen vijf jaren nadat de douaneschuld is ontstaan.
2
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van personen wier handelen of nalaten niet was gericht op ontduiking van de rechten bij invoer.
a
het bedrag van de terugbetaling dan wel kwijtschelding;
b
het bedrag van de verschuldigde compensatierente dan wel compenserende rente;
c
het bedrag van de verschuldigde kosten;
d
het bedrag van de verschuldigde bestuurlijke boete.
3
Op een aanslagbiljet mogen verschillende mededelingen van bedragen aan rechten en bedragen als bedoeld in het tweede lid worden vermeld.
4
Het model van het aanslagbiljet wordt bij regeling van Onze Minister van Financiën vastgesteld.
5
Indien de inspecteur artikel 221, tweede lid, van het Communautair douanewetboek toepast, wordt de douaneaangifte aangemerkt als een op een aanslagbiljet vermelde uitnodiging tot betaling. De datum van vrijgave van de goederen geldt als dagtekening van het aanslagbiljet en van de vaststelling van de uitnodiging tot betaling.
Artikel 7 9
1
Wanneer de douaneschuld is ontstaan ingevolge een handeling die, indien deze in Nederland zou zijn verricht, strafrechtelijk vervolgbaar was, kan de toezending van het aanslagbiljet geschieden binnen vijf jaren nadat de douaneschuld is ontstaan.
2
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van personen wier handelen of nalaten niet was gericht op ontduiking van de rechten bij invoer.
Artikel 7 9
Indien een douaneschuld ontstaat anders dan op grond van de artikelen 201 of 209 van het Communautair douanewetboek, en één of meer voor de berekening van het bedrag aan rechten noodzakelijke gegevens met betrekking tot de goederen niet zijn komen vast te staan, worden die goederen, met inachtneming van de gegevens die wel zijn komen vast te staan, geacht die hoedanigheid te bezitten, volgens welke:
? het hoogste tarief van rechten bij invoer en
? de meest bezwarende handelspolitieke maatregelen van toepassing zijn.
Artikel 7 9
Bij regeling van Onze Minister van Financiën worden regels gesteld met betrekking tot:
a
de afronding van bedragen en hoeveelheden die dienen als grondslag voor de berekening van het bedrag aan rechten, andere belastingen, heffingen en retributies;
b
de berekening van het bedrag aan rechten indien de hoeveelheid van de goederen kleiner is dan de hoeveelheid waarin het douanetarief is uitgedrukt;
c
de afronding van het bedrag aan rechten, andere belastingen, heffingen, retributies, renten, interesten en kosten van ambtelijke werkzaamheden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.